|
|||
Home |
Onderdelen | Plaatsnaam |
www.saabworld.nl | Voorst |
www.partsselect.nl | |
www.jendvandenbosch.nl | Vinkeveen |
www.jendautos.nl | Vinkeveen |
www.saabgarden.nl | |
www.rendcarparts.nl | Vinkeveen |
www.swedishcarparts.nl | |
www.vdlaansaabspecialist.nl | Overschild |
www.bumperworld.nl | Sevenum |
Forums |
www.saabforum.nl |
Saab clubs en verenigingen |
www.saabclub.nl |
www.saab96vereniging.nl |
De geschiedenis van Saab Het ontstaan van het merk Saab gaat naar 1937. In dat jaar werd Svenska Aeroplan Aktiebolaget (Saab) opgericht als vliegtuigfabrikant van militaire vliegtuigen. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog voorbij was, vonden de Zweden dat het tijd was voor de volgende stap: de auto. Dankzij de ervaring met aerodynamica hadden de constructeurs van Saab een voorsprong op de concurrentie. In 1946 is het dan zover, Saab stelt zijn eerste auto voor, de Saab 92001. De 92001 is nog een prototype, maar laat duidelijk zien welke weg Saab met de productie van auto’s in wil slaan. Het ontwerp wijkt sterk af van elke automodel dat op dat moment op de markt is. De carrosserie kent een voor die dagen extreme aërodynamica. Een belangrijke ontwerper van het prototype was Sixten Sason. Als inspiratie voor de auto gebruikte hij het ontwerp van het Saab J21 vliegtuig. In december 1949 is het productiemodel klaar. Voor het eerst in haar bestaan begint Saab met de productie van personenauto’s. Het productiemodel is een directe afgeleide van het in 1946 voorgestelde prototype en krijgt de naam Saab 92 mee. De bijzondere stroomlijn zorgt voor een CW-waarde van 0,30 en met een gewicht van 805kg kan de auto toe met een relatief kleine motor. De motor is een tweecilinder tweetakt met een vermogen van 25 pk. De combinatie van lage luchtweerstand en laag gewicht maken met dit geringe vermogen toch nog een topsnelheid van 105 km/u mogelijk. De deuren scharnieren aan de achterkant om een makkelijke instap mogelijk te maken. Een ander bijzonderheid van de auto was de rondom onafhankelijke wielophanging en de, veilige, voorwielaandrijving. Er werd niet alleen aan actieve veiligheid gedacht door een goede wegligging na te streven, ook de passieve veiligheid had vanaf het allereerste begin de aandacht van de Saab ingenieurs. De 92 was dan ook voorzien van een veiligheidskooi. Omdat er nog veel groene verf over was van de oorlog waren de eerste exemplaren alleen in groen verkrijgbaar. De 92 is van 1949 tot 1952 in de verkoop en er worden in die periode meer dan 5500 exemplaren aan de man gebracht. Vanaf 1953 komt Saab met een verbeterde versie van de 92, die als 92B de geschiedenis in gaat. Grootste verschillen zijn een vergrote achterruit (op de laatste versies van de 92A al te vinden) en een iets gestegen motorvermogen van 25 naar 28 pk. Daarnaast worden de kofferklep en de achterlichten veranderd. Wanneer de Saab 92 eind 1956 uit productie gaat zijn er van de 92A en 92B in totaal ruim 20.000 exemplaren gebouwd. Al vanaf het allereerste moment zagen liefhebbers de mogelijkheden die goede wegligging en de sterke kooiconstructie van de Saabs boden. Het is dan ook geen verassing dat de Saab 92 al in 1950 werd ingezet voor rally’s. De eerste rally waar de nieuwe Saab werd ingezet, de Östergötland-Rally, werd met overmacht gewonnen. Dat smaakte naar meer, een grote Zweedse autohandelaar kwam dan ook met het idee om met de nieuwe Saab aan de Rally van Monte Carlo deel te nemen. Er werden twee Saabs geprepareerd. Het motorvermogen werd van 25 naar 35pk gebracht en er werden extra lampen op de auto aangebracht. De chauffeurs waren geen twee mannen, maar een man en een vrouw. De ene Saab werd bestuurd door Zweedse autohandelaar zelf, K.G. Svendberg, terwijl de tweede auto door Greta Molander werd bestuurd. Beide auto’s weten zich te kwalificeren voor de start en Greta Molander weet zelfs als 55e te eindigen! De tweede Saab liet een 69e plek noteren. De naam van Saab in de rallysport was voorgoed gevestigd. Greta Molander blijft nog jarenlang als rallyrijdster actief in een Saab en ook vele ander rallyrijders boeken successen met de Saab. De Saab 92 doet het goed in de rallysport en hoofdingenieur Rolf Melde gaat aan de slag met de ideeën die Sixten Sason heeft voor een sportauto op basis van bestaande onderdelen. De sportauto moet het mogelijk maken voor Saab om deel te nemen aan de autosport. De fabriek wil het project absoluut buiten de publiciteit houden en het prototype wordt dan ook buiten de fabriek op het plattland in een schuur gebouwd. De Saab 94 (Saab Sonett I Super Sport), zoals de auto gaat heten, wordt in 1956 op de Stockholm Motor Show aan het publiek getoond. De nieuwe Saab krijgt internationaal veel aandacht. Toch worden in totaal maar 6 exemplaren van de Sonett I gebouwd. De regels voor de autosport zijn ondertussen aangepast en Saab kan met een aangepast productiemodel ook deelnemen aan de autosport. In augustus 1955 komt Saab met een opvolger voor de Saab 92. Deze opvolger krijgt de naam Saab 93 mee. De carrosserie wordt in grote lijnen overgenomen van de Saab 92. Ook de gedeelde voorruit blijft de eerste twee jaren nog ongewijzigd. De grootste verandering is onder de motorkap te vinden. De Saab 93 is voorzien van een driecilinder tweetaktmotor die 33 pk levert. De cilinderinhoud is beperkt gebleven tot 748cc, hoofdzakelijk om deel te kunnen nemen in de rallysportklasse tot 750cc. Ook is er een nieuwe versnellingsbak te vinden (nog steeds met slechts drie versnellingen) en wordt het elektrische systeem op 12 volt gebracht. In 1957 zijn er twee belangrijke veranderingen: vanaf dat jaar is de Saab leverbaar met veiligheidgordels (aanvankelijk tweepuntsgordels) en in datzelfde jaar wordt de Saab 93 leverbaar met een automatische koppeling, de Fitchel & Sachs Saxomat. Het rallysucces dat Saab inzette met de Saab 92 werd door de Saab 93 nog verder versterkt. Een grote naam die furore maakte in de rallysport met een Saab 93 was Erik Carlsson. Carlsson wist met de Saab vele successen te behalen, ook al werd een Europese titel hem niet gegund. De vele ervaringen die Saab in de rallysport opdeed werden ook gebruikt om de productieauto’s steeds verder te verbeteren. Ondertussen wordt de Saab 93 ook verscheept naar de Verenigde Staten en daarmee is de 93 de eerste Saab die ook officieel in USA wordt verkocht. Voor 1958 komt Saab met de 93B die eindelijk een voorruit uit een stuk heeft. In hetzelfde jaar ziet de Saab GT750 het daglicht. De Gran Turismo (GT) was een verwijzing naar de successen die Saab in de rallysport had geboekt. De GT had twee extra rallylampen, striping en speciale emblemen. In 1960 wordt de 93 voorzien van deuren die aan de voorkant scharnieren en heet de 93 officieel 93F. In 1959 ziet de Saab 95 het daglicht. De Saab 95 is niet de opvolger van de 93 maar een stationwagon variant. De Saab 95 biedt plaats aan zeven personen en is op hetzelfde platvorm als de Saab 93 gebouwd. Ook de motorisering komt overeen, de Saab 95 is uitgerust met dezelfde driecilinder tweetaktmotor, nu goed voor 38 pk. Wanneer de 93 de deurscharnieren aan de voorkant krijgt moet de 95 daar nog even op wachten. Net als bij de sedanversie heeft de 95 slechts twee portieren. De stationversie valt met 905 kg slecht 100 kg zwaarder uit als de sedanversie. In grote lijnen zijn de twee versies wat techniek en uitrusting betreft grotendeels gelijk. De Saab 95 wordt er echter niet in de Saab-fabriek in Trolhättan, maar in de Saab-fabriek in het Zweedse Linköping. In deze vestiging werd ook het allereerste prototype, de 92001 gemaakt. Als opvolger van de Saab 93F komt Saab in 1960 met de Saab 96. Ook de Saab 96 is weer een doorontwikkeling van de eerdere Saabs. De vormgeving is dan ook rechtstreeks terug te voeren op het allereerste prototype uit 1946. Technisch is er echter veel veranderd. Nog steeds beschikt de 96 over een tweetaktmotor, deze levert echter nu standaard 38 pk. Het gewicht is imiddels tot 813 kg opgelopen. Vanaf 1962 krijgt de Saab 96 standaard veiligheidsgordels. Begin jaren zestig beleven Erik Carlsson en zijn vrouw Pat Moss (inderdaad, zusje van Sterling Moss) hoogtijdagen met de Saab 96 met als hoogtepunt het winnen van de Rally Monte Carlo in 1964. Carlsson werd ook wel ‘Erik op het dak’ genoemd omdat hij het regelmatig voor elkaar kreeg de Saabs over de kop te laten gaan. Dit was overigens niet negatief voor het imago van de Saab, de kooiconstructie was dusdanig sterk dat in bijn alle gevallen Carlsson gewoon zijn weg (naar weer een zege) kon vervolgen In 1965 krijgt de Saab 96 een facelift als een compleet nieuw ontworpen neus wordt geïntroduceerd. In 1966 krijgt de 96 schijfremmen voor. Dit alles is een opmaat naar het grote nieuws dat Saab met een viertakt motor komt. Dit zal echter nog tot modeljaar 1967 op zich laten wachten. In 1966 komt Saab met de Saab 96 Monte Carlo als een eerbetoon aan de vele overwinningen die Erik Carlsson met de Saabs heeft gehaald. De auto is voorzien van de 850 cc tellende driecilinder tweetakt high output motor, voorzien van drie carburateurs. Het model staat twee jaar lang vrijwel ongewijzigd op de prijslijst. Naast de Saab 96 Monte Carlo brengt 1966 nog meer Saab nieuws. Het Sonnet project 10 na dato weer uit de ijskast gehaald. Op de autosalon van Genevé toont Saab in maart 1966 de Sonnet II. De Saab 97, zoals de auto officieel wordt aangeduid, is een kleine coupe gemaakt van glasfiber en gebouwd op een semi-monocoque chassis gebaseerd op dat van de Saab 96. De Saab 97 deelt ook de driecilinder tweetakt motor van 70 pk met de Saab 96, net als vele overige technische componenten. Erik Carlsson neemt met een aangepaste Sonnet II deel aan de rally “Coupe de Alpes”. Van de oorspronkelijke Saab 97 met tweetakt motor worden slechts 25 productiemodellen en 3 prototypes gebouwd. Het verhaal van de Sonnet II eindigt niet zo snel als de Sonnet I. Want Saab komt niet lang hierna met groot nieuws. Jarenlang heeft Saab vastgehouden aan de compacte tweetaktmotor. Het tweetaktprincipe is echter niet meer in zwang in de automobielindustrie en ook Saab met overstag. Het ontwikkelen van een viertaktmotor is echter niet eenvoudig en zeker niet goedkoop. Saab besluit daarom om niet zelf een motor te ontwikkelen, maar simpelweg een motor te kopen. De korte neus en kleine motorruimte van de Saab biedt echter weinig ruimte. Ook met de nieuwe, vergrote, neus houdt het niet over. Toch wordt er een passende motor gevonden. Ford produceert in die jaren een hele reeks zeer compact V4 motoren die in de 12M ook in combinatie met voorwielaandrijving wordt geleverd. Saab besluit dan ook Ford motoren toe te passen. Wel houdt Saab vast aan de eigen versnellingsbak. Met de nieuwe motor begint het unieke Saab-model aan een nieuwe jeugd. De goede reputatie op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid die Saab in de loop der jaren heeft weten op te bouwen blijft behouden en wordt vanaf dat moment gecombineerd met een zuiniger en rustiger lopende viertaktmotor. Ook de Saab 95 wordt in 1967 van de nieuwe motor voorzien. Ook Saab 97, de Sonnet II, wordt uitgerust met de nieuwe motor en heet voortaan Sonnet II V4. In 1970 verschijnt een nieuwe versie van de Sonnet II, de Sonnet III die echter nog steeds als Saab 97 door het leven gaat. Op de bestaande techniek wordt door de Italiaanse ontwerper Sergio Coggiola een nieuwe carrosserie ontworpen. De Sonnet III doet het met name goed op de Amerikaanse markt. In 1974 verdwijnt de Sonnet voorgoed uit de prijslijsten. Van jaar tot jaar wordt het model op details aangepast en verbeterd. Zo worden in 1969 de ronde koplampen vervangen door rechthoekige en verdwijnt in 1974 de chromen grille om plaats te maken voor een plastic variant. Dat de Saab 96 inmiddels een verouderd model is geworden maakt de liefhebbers weinig uit. Er blijft vraag naar de auto bestaan, maar bij Saab weten ze dat het model langzaam maar zeker toch op leeftijd komt. In 1979 valt dan ook na een lange loopbaan het doek voor de Saab 96 die als model nog steeds rechtstreeks afstamt van de oer-Saab, de Saab 92001. De Saab 95 heeft in 1978 het veld al moeten ruimen. Met het verdwijnen van deze Saabs sluit Saab het eerste hoofdstuk in haar bestaan af. In de jaren zestig begint Saab na te denken over een opvolger voor de nog steeds succesvolle Saab 96. In 1965 wordt begonnen met project Gudmund om te komen tot een compleet nieuwe model Saab, groter en moderner. In eerste instantie werd geprobeerd om een simpelweg een Saab 96 breder en langer te maken. Maar dat idee werd al snel in de ijskast gezet. Saab ontwerper Sixten Sason gaat opnieuw aan de slag en Saab onthuld in 1967 een compleet nieuw model. Natuurlijk zijn de voorwielaandrijving en alle veiligheidsvoorzieningen ook in het nieuwe model terug te vinden. Voor de nieuwe Saab moet ook een nieuwe motor komen. Terugkeer naar de tweetaktmotor is geen optie en omdat de motorruimte van de nieuwe Saab veel ruimte biedt kan verder worden gekeken dan de compacte Ford V4 motor uit de Saab 96. Opnieuw ontbreekt het Saab aan middelen om met een eigen motor te komen en wordt er weer gezocht naar een motor die al is ontwikkeld. Die motor wordt gevonden bij Triumph. De Triumph Slant-4 engine die ook in de Triumph Dolemite wordt gebruikt. De motor blijkt een geschikte kandidaat en gaat een jarenlange carrière binnen Saab tegemoet. In 1968 is het dan zover, de nieuwe Saab 99 gaat in productie. Met een Cw-waarde van 0,37 scoort de Saab in die jaren heel goed. Ondanks de stevige carrosserie weegt de nieuwe Saab slechts 955 kg. Met de 80 pk haalt de 1,7 liter motor een topsnelheid van 150 km/u. In de Saab 99 introduceert Saab voor de eerste keer een typisch Saab kenmerk: de contactsleutel tussen de voorstoelen. Aanvankelijk is de Saab 99 alleen als tweedeurs sedan leverbaar. In 1970 wordt een vierdeurs Saab 99 voorgesteld, de eerste vierdeurs auto van Saab. Ondertussen besluit Saab om de motoren niet langer bij Triumph in te kopen. Tot op dat moment worden de motoren compleet bij Triumph ingekocht, net als de motoren voor Saab 96 bij Ford worden ingekocht. De kwaliteit van de Triumph motoren blijkt echter niet altijd aan de eisen van Saab te voldoen. Gesteund door de technici van Scania neemt Saab de stap om de productie en de doorontwikkeling voortaan in eigen beheer te doen. Voor de Saab 99 betekent dit dat de originele motor gewoon behouden wordt maar betrouwbaarder en beter wordt. Naast de twee- en vierdeursversies was in de oorspronkelijke plannen van de Saab 99 ook in een stationwagon voorzien, die als opvolger van de Saab 95 kan worden gezien. Zover komt het echter niet. In plaats van een stationwagon komt Saab in 1974 met de Saab 99 Combi Coupé. De Combi Coupé is een tweedeurs versie van de Saab 99 die is voorzien van een grote achterklep, oftewel een derde deur. In de Verenigde Staten wordt de Combi Coupé overigens op de markt gebracht als Wagonback, waarschijnlijk als verwijzing naar de stationwagon. Saab is midden jaren zeventig drukbezig met het productierijp maken van de ultieme Saab 99: de Saab 99 Turbo. De nieuwe Saab 99 Turbo wordt in eerste instantie alleen als tweedeurs Combi Coupé geleverd. Met behulp van de technici van Scania wordt het oorspronkelijk van Triumph stammende motorontwerp voorzien van een turbo en brandstofinjectie. De motor was inmiddels al doorontwikkeld naar een 2 liter versie die in de sterkste uitvoering een vermogen leverde van 118 pk. In de Saab 99 Turbo leverde dezelfde motor met turbo 145 pk en een koppel van 216 Nm. Dit alles resulteerde in een topsnelheid van tegen de 200 km/u en een 0 tot 100 tijd van 9,5 seconden. De technici hadden er veel moeite ingestopt om de auto niet alleen goede prestaties mee te geven, maar om bovenal de auto praktisch inzetbaar te houden. Er mocht dan ook geen sprake zijn van een zogenaamd “turbogat” en moest het motorvermogen over een zo groot mogelijk toerenbereik voorhanden zijn. Voor de jaren zeventig waren de constructeurs redelijk goed geslaagd in hun opzet. De autojournalisten waren in het algemeen dan ook goed te spreken over de nieuwe, snelle, Saab. Aanvankelijk wordt de Saab 99 niet actief in de rallysport ingezet. De successen die met de Saab 96 worden geboekt voldeden nog steeds. Maar de Saab 96 kon halverwege de jaren zeventig met zijn V4 motor niet meer tegen de steeds sterker wordende concurrentie opboksen. Daarop besluit Saab om eind 1975 met de Saab 99 EMS te komen. De EMS is voorzien van een 220 pk sterke 2-liter 16V motor. De eerste overwinnig voor de Saab 99 EMS volgt in 1976 als Stig Blomquist de Boucles des Spa weet te winnen. Met de Saab 99 Turbo weet Saab opnieuw rally-resultaten te boeken. Met Stig Blomquist aan het stuur wordt in 1979 de Zweden Rally gewonnen. Nog voordat de Audi Quatrro op het toneel verschijnt en steeds meer fabrikanten overschakelen op vierwielaangedreven rallyauto’s besluit Saab het rallytoneel te verlaten. In 1980 zet Saab definitief een punt achter het rally-programma. In 1978 is de Saab 99 al weer 10 jaar oud en wordt het voor Saab tijd om met een nieuw model te komen. In plaats met een geheel nieuw model te komen gebruikt Saab het idee opnieuw dat aanvankelijk ook bij de ontwikkeling van de 99 was gebruikt: het vergroten van het bestaande model. De Saab 96 leende zich niet voor deze truc, maar bij de Saab 99 bleek het wonderwel te lukken. Zo werd de Saab 900 uit de Saab 99 geboren. Groter, met name langer, ruimer en met een opnieuw ontworpen voor- en achterkant. De voor- en achterkant zijn voorzien van grote bumpers om aan de eisen in de VS te kunnen voldoen. Ook het interieur werd onderhanden genomen. De motoren en overige techniek werd in grote lijnen van de Saab 99 overgenomen. De Saab 900 is leverbaar als drie- en vijfdeurs en vanaf 1981 ook als twee- en vierdeurs. In 1986 wordt daar op vraag uit de Verenigde Staten een cabriolet aan toegevoegd die gebouwd op basis van de tweedeursversie.
|
Saab modellen en gebouwd van en tot en met. |
Saab 92 1949 tot 1956 productieaantal 20.000 |
Saab 93 1956 tot 1959 |
Saab 96 1960 tot 1980 |
Saab 95 1959 tot 1978 |
Saab 99 1968 tot 1984 |
Saab 90 1984 tot 1987 |
Saab 900 1978 tot 1998 |
Saab Sonett 1 1955 tot 1957 |
Saab Sonett 2 1966 tot 1969 |
Saab Sonett 3 1970 tot 1974 |
Home |