Lotus oldtimer pagina

 
 
Home

       

 

Lotus onderdelen Plaatsnaam
www.lotusspecialist.nl   Den Hoorn
www.bumperworld.nl  Sevenum

 

Lotus forums
www.lotusforum.be

 

Lotus clubs en verenigingen
lotusclubholland.nl

 

De geschiedenis van Lotus

In 1948 bouwde de Engelsman Anthony Colin Bruce Chapman een auto gebaseerd op de Austin Seven uit 1930. Chapman, engineer en coureur van beroep, noemde hem de Mark I. Dat zelfde jaar studeert Colin Chapman af als engineer en gaat hij aan het werk bij de Engelse Royal Air Force.
 

In zijn vrije tijd blijft hij in het schuurtje van zijn schoonouders klussen aan zijn project. Het leidt in 1950 tot een rijklaar model geschikt voor de openbare weg. Chapman blijft zijn auto doorontwikkelen en hij presenteert de Mark 3 in 1951. De vederlichte Mark 3 sprint in ruim onder de 10 seconden van 0-100 km/u en behaalt een topsnelheid van ongeveer 150 km/u.
 

In 1952 krijgt het project professioneel gestalte door de oprichting van The Lotus Engineering Company. De eerste productiemodellen Lotus Mark 4 en Mark 6 zien al snel het levenslicht. Zij zijn nog steeds doorontwikkelingen van het originele concept.

 

Lotus zoekt met de aerodynamische Mark 8 in 1954 de circuits op en boekt met de auto meteen succes. Op de openbare weg heeft de Mark 6 een behoorlijke populariteit verworven en de capaciteit van Lotus groeit flink. De Mark 6 krijgt opvolgers in de compacte Mark 9 en de grotere, sterkere Mark 10.


De groei van Lotus zorgt ervoor dat het merk in 1955 officieel wordt erkend door de Society of MotorManufacturers and Traders. Als resultaat hiervan wordt Lotus toegelaten op autoshows. Chapman en zijn mensen krijgen het zo druk dat zij besluiten van strategie te wijzigen: in plaats van een diversiteit aan gelijksoortige modellen gaat Lotus één basismodel in verschillende configuraties aanbieden: de Lotus Eleven wordt geboren.
 

Vanuit daar gaat Lotus zich richten op de introductie van nieuwe modellen. Zo komen er de stijlvolle Elite en de Seven, die later tot een legende zou uitgroeien.

 

Ook op sportief gebied doet Lotus goede zaken: in 1958 dringt het raceteam door tot de hoogste klasse van de internationale autosport: de formule 1. Chapman toont zich ook in de formule 1 een kundig engineer. Zijn doorontwikkelingsdrift leidt tot een steeds sneller wordende Lotus formule 1-bolide. Het eerste model, de Type 12, wordt doorontwikkeld en dit komt tot uiting in de Type 18, een snelle wagen met middenmotor en een uitstekende gewichtsverdeling. In de handen van de snelle Stirling Moss grijpt Lotus met de Type 18 het wereldkampioenschap. Lotus groeit op alle vlakken zo hard dat het merk een nieuw onderkomen nodig heeft en vindt dit in Cheshunt. Lotus continueert het succes in de formule 1.
 

Waar de focus van eind jaren ’50 tot aan het begin van de jaren ’60 op racewagens lag, komt Lotus in 1962 terug met een geheel nieuwe straatauto, de Elan. De Elan is een lichtgewicht cabriolet die al snel uitgroeit tot een populair hebbeding.
 

Natuurlijk gaan de raceactiviteiten van het merk in rap tempo door met de introductie van een Indycar racewagen en de ondersteuning van Ford in het British Touring Car Championship met de Lotus Cortina. In 1963 pakt Lotus met Jim Clark achter het stuur wederom het wereldkampioenschap formule 1 met een recordaantal punten bij zowel de coureurs als de constructeurs. Twee jaar later herhaalt de Lotus-Clark-combinatie deze prestatie nogmaals terwijl in dat zelfde jaar ook de Indy 500 wordt gedomineerd van start tot einde.

In 1966 verhuist Lotus nogmaals, ditmaal naar Hethel, Norfolk van waaruit het merk momenteel (2010) nog steeds opereert. De verhuizing wordt kort daarop gevierd met de komst van de Europa sportwagen.
 

1968 vormt één van de zwartste pagina’s uit de geschiedenis van het merk. Tijdens een tragisch ongeval in een formule 2-race komt Lotus icoon Jim Clark te overlijden. Lotus, en met hen de hele racewereld, zijn in rauw gedompeld.
 

Desondanks gaan de zaken natuurlijk gewoon door met de komst van de Europa S2 die ook zijn weg naar Amerika weet te vinden, waarmee Lotus officieel aan de overkant van de oceaan debuteert. In 1970 introduceert Lotus een succesvolle racewagen op basis van de Elan: de Elan sprint. De Oostenrijker Jochen Rindt domineert op de circuits maar wederom is het lot Lotus wreed gezind: Rindt overlijdt tijdens een crash nog voor het einde van het seizoen. Na wederom een periode van rauw staat Lotus weer sterk op met een update van de Europa die een veel sterkere motor onder de kap krijgt. De 1.6 liter Renault motor wordt vervangen door een door Lotus en Ford ontwikkeld exemplaar.
 

Velen zullen Lotus herkennen aan de iconische door JPS gesponsorde formule 1-wagen uit 1972. Menigeen noemt deze Lotus Type 72 de mooiste formule 1-wagen ooit gebouwd, het seizoen daarop pakt Lotus haar 6e formule 1-titel.
 

In 1974 brengt het merk de Elite Type 75 83 uit. Zoals de naam al doet vermoeden, is dit op dat moment een topmodel. Tevens is het Lotus’ eerste vierzitsauto ooit. Hoewel een stuk luxer dan bij Lotus gebruikelijk, is het nog steeds een volbloed sportwagen.
 

Een jaar later vindt de geboorte van het volgende Lotus icoon plaats: de Esprit. De Esprit, ontworpen door Giugiaro, verwerft door de jaren heen een klassiekerstatus en fungeert onder andere als auto voor James Bond in “The spy who loved me”.
 

De Esprit zou nog velen jaren worden geproduceerd: pas in 2003 stopte de productie. Natuurlijk was dit wel een doorontwikkeld model maar de basis was grotendeels in stand gebleven. Ook in de formule 1 blijft het goed gaan met Lotus waar grand prix overwinningen worden behaald door grote namen als Mario Andretti, Ronnie Peterson en Carlos Reutemann. De jaren ’80 worden succesvol ingeleid met de introductie van de brute Esprit Turbo die een 0-100 sprinttijd liet noteren van 5,5 seconden.

Al die jaren is Colin Chapman aan het hoofd geweest van Lotus. In 1982 sterft Chapman op slechts 54-jarige leeftijd aan een hartaanval. Helaas mag Chapman het dus niet meer meemaken dat Lotus in 1983 en 1985 twee legendarische coureurs achter het stuur heeft: in 1983 Nigel Mansell en in 1985 het jonge megatalent Ayrton Senna. De jaren ’80 zijn roerige jaren voor Lotus: in 1983 verkrijgt het Japanse Toyota een aandeel van 16,5% in Lotus, iets waar Lotus in een later stadium overigens nog veel profijt van zou hebben in de vorm van het gebruik van motoren. Lotus heeft in 1988 nog succes in de formule 1 met Nelson Piquet waarna het team zich terugtrekt uit de hoogste klasse van de autosport. In 1989 is het de beurt aan een nog krachtigere versie van de Esprit turbo, de Turbo SE met een vermogen van 264 pk en een sprint van 0-100 km/u in 4,7 seconden.

 

Lotus modellen en gebouwd van en tot en met.

 

Lotus Elite  1958 tot 1963
    

 

Lotus Seven  1957 tot 1960
 

 

Lotus Seven  1961 tot 1967
 

 

Lotus Seven  1968 tot 1969
 

 

Lotus Seven  1970 tot 1972
      

 

Lotus Elan  1962 tot 1973
    

 

Lotus Elite Types 75 83  1974 tot 1982
 

 

Lotus Elan +2  1967 tot 1975
 

 

Lotus Europa  S1 S 2 1966 tot 1975
 

 

Lotus Eclat  1974 tot 1982
 

 

Lotus Esprit S1 1976 tot 1979
 

 

Lotus Esprit S2 1978 tot 1981
 

 

Lotus Esprit S3  1980 tot 1987
 

 

Lotus Excel  1982 tot 1992
 

 

Home