Wanneer Honda in 1963 begint met de
productie van auto's, is het merk ook in Nederland vertegenwoordigd. De
eerste auto's van Honda zijn een sportwagen S500 en een pick-up truck
T360. De Honda S500 was een stijlvolle cabriolet met een racy karakter.
Honda maakte kwistig gebruik van haar inmiddels opgedane ervaring uit de
motorfietsindustrie: de motor die de S500 aandreef, was dan ook een
doorontwikkeling van een motorfietsblok. Het 531cc motortje leverde
standaard 32 kW/44 pk maar kon worden getuned tot 100 pk. Het was een
hoogtoerige motor die maarliefst 9.500 tpm. mocht lopen en wel 11.000
tpm. kon halen, genoeg om in de S500 een topsnelheid van 129 km/u te
bereiken. Ook de T360 pick-up truck werd aangedreven door een
doorontwikkeld motorblok van een motorfiets dat in de T360 22 kW/30 pk
leverde.
Drie jaar na de introductie van de
S500 stond zijn opvolger, de S800 klaar. Hij volgde het zelfde concept
als de S500 maar de S800 was naast als cabriolet ook leverbaar als
coupé. De motor had een cilinderinhoud van 791 cc waaruit Honda
maarliefst 52 kW/70 pk wist te peuteren, een enorme prestatie voor die
tijd. Dat bracht de topsnelheid van de auto op 160 km/u. Een jaar na de
S800 kwam het merk met de N360, een auto die ook in Nederland populair
werd. De kleine, voorwielaangedreven N360 was een auto uit de “Kei”
serie, Honda's benaming voor de serie van haar kleinste modellen. Ook in
Japan werd het een regelrechte bestseller: van 1967 tot en met 1970 werd
het de best verkochte auto in aldaar. Een iets aangepaste N360, de N600
werd Honda's eerste auto in de Verenigde Staten, het werd geen succes.
In 1972 zette Honda zichzelf definitief op de kaart met de introductie
van de Civic, een model dat op de dag van vandaag (met name in Amerika)
nog steeds uitermate populair is. De Civic werd ontworpen als wereldauto
maar met de wensen van de Amerikaanse markt in gedachten en dat werkte
want de Civic werd (en is nog steeds) mateloos populair in de VS. In
vier jaar tijd wist Honda een miljoen Civics te produceren. Dankzij het
succes van de Civic was Honda in staat om uit te breiden, waarbij het
Japanse merk zich eind jaren '70 met name richtte op de Amerikaanse
markt. De eerste Accord (nog een model dat vandaag de dag nog bestaat)
kwam in 1976. Het was een tweedeurscoupé met een vermogen van 50 kW/68
pk. Honda kwam er al snel achter dat de Amerikanen behoefte hadden aan
grotere wagens en dus volgde een jaar later de sedanvariant met 53 kW/72
pk. Voor de coupé introduceerde Honda in 1978 airconditioning. In dat
zelfde jaar kwam er wederom een model dat met name was bestemd voor de
Amerikaanse markt: de Prelude. De Japanse concurrentie had de
Amerikaanse markt massaal ontdekt en bombardeerden de consument met (met
name) coupés: Nissan, Isuzu, Mitsubishi en Mazda hadden allen een rappe
coupé in huis. Honda's Accord was meer gericht op luxe en dus bracht de
Prelude soelaas. Eind jaren '70 was Honda's naam definitief gevestigd in
de Verenigde Staten.
In de jaren '80 wilde Honda ook buiten
de VS gaan groeien. Zo kwam er voor de Japanse en Europese markt de
City, een heel kleine stadsauto. Intussen bereikte de productie van de
Accord de mijlpaal van 1 miljoen stuks en bereikte de productie van de
Civic in 1987 zelfs de mijlpaal van 5 miljoen stuks. In 1985 kwam de
Legend, Honda's eerste model in het topsegment. Ook de Legend is
tegenwoordig nog springlevend, al laat zij populariteit in Europa te
wensen over. Dit heeft overigens niets te maken met de kwaliteit van de
auto, de Legend is alom gerespecteerd maar stuit in Europa op de haast
onverzettelijke positie van enkele (Duitse) merken zoals Audi, BMW en
Mercedes-Benz. In Amerika is de Legend echter een hit. Dat Honda Amerika
het zo goed deed, bleef ook in Japan niet onopgemerkt: in 1988 haalden
de Japanners de Amerikaanse Accord coupé terug naar eigen land.
