FIAT staat voor Societa aninima Fabbrica Italiana di Automobili Torino, een bedrijf dat in 1899 begon met automobielproductie. FIAT's eerste auto had een 649cc motor met 3,5 PK vermogen.

In de eerste 10 jaar maakte FIAT niet alleen auto's, maar ook bussen, trucks, trams en marine en vliegtuigmotoren. Ook begon FIAT met autosport. (Eén van de meest bekende coureurs uit de begintijd was een zekere meneer Lancia...)

De fabriek draaide zeer goed, in 1919 bijvoorbeeld, werden er 3 modellen gepresenteerd. In 1921 werd de fabriek Polski Fiat geopend. In de 20-er jaren experimenteerde FIAT met hydraulische vering en monteerde men als eerste een aluminium cylinderkop.

In 1932 werd de 508 Balila geïntroduceert, waarvan er meer dan 100.000 geproduceert zijn. In 1935 werd de 1500 geïntroduceert, de eerste FIAT gemaakt met behulpt van aerodynamica.

In 1936 kwam FIAT met haar 500 'Topolino' uit, de kleinste auto die in massa werd geproduceert. Bijna 125.000 exemplaren werden gemaakt van dit type.

In 1948 na de Tweede Wereldoorlog werd de complete serie gehernoemt, maar het waren voornamelijk pre-oorlog modellen.

In 1950 werd de 1400 geïntroduceert, de eerste auto van FIAT die met zelfdragende carrosserie was uitgerust. In 1955 werd de 600 geïntroduceert, waarvan een versie, de Multipla, de eerste MPV wordt genoemd. Tot 1969 werden er 2,6 miljoen exemplaren van verkocht.

In 1957 kwam de bereoemde 500 uit. Verkopen startten langzaam, maar het zou uiteindelijk uitgroeien tot een icoon. Michael Schumacher zou hierin beginnen te autorijden... De auto werd het geliefde onderwerp van vele tuners, die zoveel mogelijk vermorgen uit het 500CC blokje probeerden te persen.

In 1964 werd de 850 gepresenteerd in Coupé, Spider en Station-versie. In 1966 werd de 124 geïntroduceerd, welke het schopte tot auto van het jaar 1967. De auto zou vooral bekend worden als... Lada

In 1967 werd de 125 geïntroduceerd, en in 1969 de 130. De voorwiel aangedreven 128 werd in datzelfde jaar voorgesteld aan het publiek en kocht het Lancia op.

In 1978 werd de Ritmo met veel tromgeroffel geïntroduceerd, maar het zou een auto blijken met veel kwaliteitsproblemen. In 1981 werd de Panda geïntroduceerd, die 20 jaar in productie zou blijven. In 1983 werd de Uno op de markt gebracht en in 1988 de Tipo.

In 1984 kocht FIAT ook Alfa Romeo op. In de jaren '90 werden vele modellen geïntroduceert, waaronder de Cinquecento (500), een kleine stadsauto en de Punto. Beide waren zeer populair, maar de grotere FIAT's bleken minder populair. Het martkaandeel begon ondanks de populariteit van de Punto in te zakken, waarna FIAT alle zeilen bij moest zetten. GM kocht een groot aandeel in de fabriek.