Dynamo auto informatie pagina

 
 
Home

       

 

Dynamo vervangen en/of koolborstels

 

Dynamo

Een dynamo zet mechanische energie van een motor om in elektrische energie. De dynamo levert wisselstroom volgens het inductieprincipe.
Aangezien deze dynamo alleen wisselstroom levert, zet een interne gelijkrichter de geleverde wisselstroom om in gelijkstroom.
Meestal kan een dynamo gecontroleerd worden door de elektrische spanning tussen B+ (pluspool van de accu) en massa te meten. De elektrische spanning moet stijgen zodra de motor aanslaat, hetgeen aangeeft dat de dynamo werkt.

Gelijkrichting

Bij elektrische systemen van automobielen wordt alleen gelijkstroom gebruikt, omdat de accu alleen gelijkstroom kan opslaan.
De wisselstroom die wordt opgewekt door de dynamo moet omgezet worden. Het proces voor het omzetten van wisselstroom in gelijkstroom wordt gelijkrichting genoemd.
In de gelijkrichter worden diodes gebruikt om de wisselstroom om te zetten in gelijkstroom.


Gelijkrichter

Er bestaan wisselstroom en gelijkstroomdynamo's. Omdat alles in de auto op gelijkstroom werkt, is de dynamo dus ook voorzien van een gelijkrichter, en omdat de dynamo geen constante spanning genereert.

Deze is n.l. afhankelijk van het toerental, moet er wat geregeld worden; de spanningsregelaar. Deze regelaar zorgt er voor dat als de spanning over de accu voldoende is, de accu niet verder wordt opgeladen. Dit doet hij door de ankerwikkeling in de dynamo te onderbreken van de accu.

De wisselstroomdynamo levert bij stationair toerental al snel 2/3 van zijn maximale stroom. Het maximum vermogen wordt vaak bij 3500-4000 omw/min van de dynamo bereikt. Bij veel motoren is dat al bij 1500 omw/min van de krukas. Courante dynamo's leveren vaak al 45-100 Ampère laadstroom. Dit staat vermeld op het dynamohuis.


Spanningsregelaar

De wisselstroomdynamo heeft een roterend gedeelte (de "rotor") dat met koolborstels in verbinding staat met de buitenkant. De rotor krijgt een gelijkspanning toegevoerd, die in de rotorwikkeling een magneetveld opwekt.

Aan weerszijden van de rotorspoel bevinden zich ijzeren klauwen, waartussen zich het magneetveld bevindt. In de omtrek van de rotor gezien, wisselt de richting van het veld. Door de wisselende richting van het rotorveld, wordt in de vaste wikkelingen van de dynamo (de "stator") een wisselspanning opgewekt.

Deze wisselspanning wordt in het achterste gedeelte van de dynamo gelijkgericht met vermogensdioden. De regeling van de hoogte van de laadspanning vindt plaats met een veelal elektronische regelaar.

Deze regelaar meet de waarde van de spanning en bepaalt of de koolborstels wel of geen gedeeltelijke spanning krijgen.

Tijdens het draaien van de dynamo wordt een klein deel van de opgewekte stroom gelijkgericht in aparte dioden t.b.v. de rotor bekrachtiging (de "velddioden"). Bij het opstarten van de dynamo is die stroom voor de velddioden er niet en zal die van buiten moeten worden aangevoerd.

Dat gebeurt via het contactslot en een lampje als weerstand, het "laadstroomcontrolelampje".Bij het opstarten wordt via het laadstroom controlelampje energie toegevoegd aan de rotor van de dynamo via de "D+" aansluiting. Als de dynamo een bepaald minimum toerental bereikt, zal er voldoende vermogen in de dynamo worden opgewekt om de energievoorziening van de koolborstels over te laten nemen door de velddioden.

Het laadstroomcontrole lampje gaat dan uit omdat het aan weerszijden een nagenoeg gelijke spanning krijgt. U begrijpt nu dat het laadstroomcontrolelampje van cruciale betekenis is voor het functioneren van de dynamo. De Bosch typen dynamo's met ingebouwde regelaar regelen de min van de toegevoerde spanning aan de rotor. Vrijwel alle overige merken en de Bosch dynamo's met losse regelaars regelen de plus van de toegevoerde spanning aan de rotor.

 

Home