Het merk DKW (Das Kleine Wunder?) kent een lange en rijke geschiedenis.

Het was de Deense ingenieur Rasmussen, geboren in 1870, die na zijn studie machinebouw in het oosten van Duitsland, in 1906-1907 een eigen bedrijf startte in een leegstaande spinnerij in de Saksische plaats Zschopau.

Eerst produceerde hij armaturen voor stoommachines en even later volgde daarop een DKW stoomwagen. De letters DKW waren ontleend aan de naam DampfKraftWagen.

Stoomwagens werden geen succes door het enorme gewicht en het telkens tanken van duizenden liters water. In 1918 begon Rasmussen met de productie van een tweetakt-speelgoedmotor met een cilinderinhoud van 18cc. Weer werden de letters DKW gebruikt, nu met de betekenis: Des Knaben Wunsch. Het motortje werd doorontwikkeld tot 118cc en achter op een fiets gemonteerd. Nu was de betekenis DKW Das Kleine Wunder. Het bedrijf introduceerde de afbetaling en speelde zo handig in op het feit dat in die tijd de motorisering in opkomst kwam. De slogan was: DKW das kleine Wunder fährt bergauf wie viele runter! Het bedrijf ontwikkelde de gemotoriseerde tweewielers door, en in 1928 was zij de grootste motorfietsenfabriek ter wereld. Door het eenvoudige tweetakt-principe en de daardoor lage prijs scoorde DKW ongekend goed. De eerste DKW-auto was een soort zeepkist op wielen, voorzien van een 200cc-tweetaktmotor. Het model werd vooral goed verkocht aan Japan. Toen een grote aardbeving het gebied waar de Japanse importeur was gevestigd verwoestte, kwam er abrupt een einde aan de export.

De eerste echte DKW auto die ontstond in 1927 was de achterwielaangedreven P15. De auto was voorzien van een watergekoelde 500cc tweetaktmotor.

Tijdens de Berlijnse autotentoonstelling van 1931 introduceerde DKW de eerste seriematig vervaardigde voorwielaangedreven auto, de F1. De letter F stond voor Front. De carrosserie was hoofdzakelijk vervaardigd van naaldhout en triplex met kunstleer overtrokken. Dit principe heeft DKW tot de tweede wereldoorlog bij bijna al zijn modellen gehandhaafd. Door simpele ongecompliceerde auto’s en motorfietsen te bouwen kon het bedrijf enorme aantallen aan de man brengen. DKW was vooral voor de tweede wereldoorlog een ongekend populair en betrouwbaar vervoermiddel.

DKW Auto Union.

In de crisisjaren van 1932, toen de hele wereld nagenoeg failliet was, eisten de banken een samengaan van de merken Audi, DKW, Horch en Wanderer. Elk van hen bezat een bepaald marktsegment. Audi was al in het bezit van Rasmussen. Het nieuwe concern kreeg de naam Auto Union. Ieder behield zijn eigen merknaam boven de vier ringen die het samengaan symboliseerden. Het was in die tijd dat Duitsland de Olympische spelen in hun land wilden krijgen, het logo lijkt dan ook erg veel op die van de Olympische spelen.

Audi produceerde de hogere middenklasse auto’s, DKW de lage klasse auto’s en motorfietsen, Horch produceerde grote statige 8-cillinder auto’s en Wanderer maakte de middenklasse auto’s, evenals motorfietsen. De motorfietsendivisie van Wanderer werd verkocht aan het Tsjechische bedrijf Janecek, waardoor JAWA ontstond. DKW produceerde de grootste aantallen. De auto’s werden voor het samengaan al in de Audi fabrieken afgebouwd. De motoren van de  auto’s kwamen uit Zschopau, waar de ook motorfietsen en stationaire motoren werden gebouwd. De houten carrosserieën werden per trein aangevoerd vanuit de DKW-fabriek Spandau-Berlijn. Voor de tweede wereldoorlog was Auto Union de tweede grootste autoproducent in Duitsland, na Mercedes. De 16-cillinder racewagens van Auto Union, welke eerst waren ontwikkeld door Constructiebureau Porsche tezamen met Horch, behaalden het ene na het andere wereldsucces en waren de aartsvijanden van Mercedes.

De fabriek van DKW bevond zich achter het IJzeren gordijn na de Tweede Wereldoorlog en een volledig nieuwe fabriek werd opgezet in Ingolstadt. In de Russische zone werden in de fabriek aanvankelijk de IFA F8 en F9 gemaakt, later gebruikte men de fabriek voor de Trabant. De eigenaren van DKW vestigden zich in de Westerse Zone. In 1957 werd het onderdeel van Daimler-Benz, in 1964 onderdeel van Volkswagen. De namen Auto-Union en DKW werden ingeruild voor Audi.