|
|||
Home |
Onderdelen | Plaatsnaam |
www.classicalfaparts.com | Winterswijk |
www.arparts.nl | Valkenburg |
www.arese.nl | Badhoevedorp |
www.berfelo.nl | Giesbeek |
www.autopartsbrummen.nl | Heteren |
www.bumperworld.nl | Sevenum |
Forums |
http://forum.alfaclub.eu |
Alfa romeo clubs en verenigingen |
www.alfaclub.eu |
http://alfagiuliettaclub.nl |
www.varln.nl |
Geschiedenis van Alfa Romeo De beginjaren In 1906 werd de Società Anonima Italiana Darracq (SAID) in Italië opgericht door de Fransman Alexandre Darracq. Darracq dacht dat de Italiaanse automarkt, die op dat moment nog in de kinderschoenen stond in vergelijking met Duitsland en Frankrijk, rijp was voor zijn oudere en kleine modellen. SAID werd door hem gestart als onderdeel van zijn reeds bestaande Franse autofabriek (Darracq). Alhoewel zijn gedachte de Italiaanse markt te veroveren met oudere en kleine modellen vanuit het perspectief van de econoom slim was, was Darracq niet succesvol met SAID. Zijn eerste twee modellen voor de Italiaanse markt waren motorisch te zwak voor de op dat moment slechte en steile Italiaanse wegen. SAID kon niet concurreren met de wagens die in Italië geïmporteerd werden. Ondanks het naderende einde voor SAID was Darracq niet bereid betere modelontwerpen door te sluizen naar zijn Italiaanse bedrijf. In 1909 werd Darraq uitgekocht door de bedrijfsleider van de Italiaanse vestiging, Ugo Stella. Deze huurde Giuseppe Merosi in om nieuwe modellen te ontwikkelen die daadwerkelijk geschikt zouden zijn voor de Italiaanse markt. De associatie met de slechte modellen van Darracq werd verbroken door vanaf 24 juni 1910 een nieuwe naam voor de onderneming te voeren, Anonima Lombarda Fabbrica Automobili, kortweg ALFA. De eerste echte Alfa was de 24 HP, met 4084 cc, vier cilinders en 42 paardenkrachten. Dit was viermaal de kracht van het grootste Darracqmodel, dat hij moest vervangen. Eerste Wereldoorlog Het interbellum Om het nieuwe merk bekendheid te geven begon Alfa Romeo deel te nemen aan de diverse races die in Italië werden gehouden, en men wist hier de nodige successen mee te boeken en daadwerkelijk naamsbekendheid op te bouwen. De verkopen stegen gestaag. Rond 1925 werd Merosi als technisch hoofd opgevolgd door Vittorio Jano. Jano verliet voor zijn aanstelling het raceteam van FIAT. In die tijd was Enzo Ferrari het hoofd van het raceteam van Alfa Romeo (na ook veel races voor Alfa Romeo te hebben gereden) en Ferrari was ervoor verantwoordelijk Jano zover te krijgen FIAT te verlaten om voor Alfa Romeo te komen werken. Jano construeerde meteen de legendarische P2, een auto die zeven jaar lang de Grand Prix-motor racing zou domineren. In 1932 werd de P2 opgevolgd door de Tipo B, een wagen die gedurende twee jaar elke Grand Prix won waaraan hij deelnam. In 1933 dreigde Alfa Romeo failliet te gaan, maar de Italiaanse regering bracht redding en het IRI (Instituut voor Industriële Wederopbouw) werd eigenaar van het bedrijf. Meteen trok Alfa Romeo zich terug uit alle competities en het racen met Alfa's werd overgelaten aan Scuderia Ferrari. Tijdens de tweede helft van de jaren '30 gaat het Alfa Romeo voor de wind, en in 1938 wordt Alfa Corse opgericht om de controle over de racedivisie weer naar Alfa Romeo zelf te brengen. Tweede Wereldoorlog Na de oorlog 1950 was voor Alfa Romeo het jaar van de ommekeer, zowel op industrieel als op sportief gebied. In de jaren vijftig legde Alfa Romeo zich toe op modellen die in grote series gebouwd konden worden. De onderneming had twee doelstellingen: het opstarten van de lopende band-productie en het behalen van sportieve successen met op hoge prestaties gebouwde standaardproducten. De Alfa Romeo 1900 werd de eerste Alfa Romeo die volledig op de lopende band was geproduceerd. 1950 was ook het eerste jaar van de formule 1, en Alfa Romeo domineerde de eerste twee jaar. Met Giuseppe Farina en Juan Manuel Fangio werd tweemaal de wereldtitel gewonnen. De markt veranderde echter, en Alfa Romeo stapte uit de formule 1 om zich meer te richten op productiewagens. In 1954 leverde dit de Giulietta op. In die jaren ontwikkelde zich een trend die zich nog lang in de jaren daarna zou voortzetten: de samenwerking tussen de eigen ontwikkelingsafdeling en externe carrosseriestilisten zoals Bertone, Zagato en Pininfarina. In 1960 werd begonnen met de bouw van een nieuwe fabriek in Arese, die drie jaar later werd geopend. De eerste auto die er werd geproduceerd was de Giulia, waarvan er meer dan een miljoen exemplaren in verschillende versies werden gebouwd. De jaren zeventig waren een periode van ups en downs voor Alfa Romeo. Managementproblemen werden afgewisseld met sportieve successen. De periode werd bepaald door de economisch-financiële situatie van de onderneming, die niet volledig kon voldoen aan de vraag van de markt en bovendien veel last ondervond van de energiecrisis. 1970 was het jaar van de Montreal, Bertone's droomauto voor de Wereldtentoonstelling in Canada, die uiteindelijk ook in productie zou gaan. Imago Logo
|
Alfa romeo modellen en gebouwd van en tot en met. |
Alfa Romeo 6 C 2500 1938 tot 1952 |
Alfa Romeo Matta 1952 tot 1954 |
Alfa Romeo 1900 1950 tot 1959 |
Alfa Romeo Giulietta 1954 tot 1965 |
Alfa Romeo 2000 1958 tot 1961 |
Alfa Romeo 2600 1961 tot 1968 |
Alfa Romeo Giulia 1962 tot 1978 |
Alfa Romeo Giulia sprint GT 1963 tot 1966 |
Alfa Romeo Giulia sprint GTC 1964 tot 1966 |
Alfa Romeo Gran Sport quattroruote 1965 tot 1967 |
Alfa Romeo Spider 1966 tot 1990 |
Alfa Romeo 1750/2000 1967 tot 1977 |
Alfa Romeo Montreal 1970 tot 1977 |
Alfa Romeo Alfasud 1971 tot 1989 |
Alfa Romeo Alfeta 1972 tot 1987 |
Alfa Romeo Alfetta GT 1974 tot 1980 |
Alfa Romeo Sprint 1976 tot 1989 |
Alfa Romeo Giulieta nuova 1977 tot 1985 |
Alfa Romeo Alfa 6 1979 tot 1986 |
Alfa Romeo GTV6 1980 tot 1987 |
Home |